include("site.inc"); $template = new Page; $template->initCommon(); $template->displayHeader(); ?>
Nieuwste uitgave-informatie op het web | |
---|---|
Deze vrijgave informatie kan vernieuwd zijn. Om de laatste vrijgave informatie voor Fedora te bekijken, bezoek: |
Fedora Installation Guide | |
---|---|
Om te leren hoe Fedora te installeren is, refereer je naar http://docs.fedoraproject.org/install-guide/. |
Installatie zaken worden niet behandeld in dit vrijgave document | |
---|---|
Als je een probleem tegenkomt of een vraag hebt tijdens de installatie dat niet beantwoord wordt in de vrijgave informatie, refereer je naar http://fedoraproject.org/wiki/FAQ en http://fedoraproject.org/wiki/Bugs/Common. |
Anaconda is the name of the Fedora installer. This section outlines issues related to Anaconda and installing Fedora 9.
Downloaden van grote bestanden | |
---|---|
Als je van plan bent om het Fedora DVD ISO image bestand op te halen, denk er dan aan dat niet alle bestand ophaal gereedschappen bestanden kunnen verwerken die groter dan 2 GB zijn. Gereedschappen zonder deze beperking zijn |
Standaard test Anaconda de integriteit van installatie media. Dit werkt met de CD, DVD, harde schijf ISO, en NFS ISO installatie methodes. Het Fedora Project beveelt aan dat je alle installatie media test voordat je met het installatie proces begint en voordat je problemen met installatie aanmeldt. Veel van de aangemelde installatie problemen worden in feite veroorzaakt door slecht gebrande CD's of DVD's.
De mediacheck
functie is erg gevoelig, en kan sommige bruikbare schijven als foutief aanmerken. Dit wordt vaak veroorzaakt door schrijf software die geen vulling toevoegt als deze schijven maakt van ISO bestanden. Om deze test uit te voeren, druk je tijdens het opstarten op een willekeurige toets om het menu te openen. Druk daarna op de Tab toest, en voeg de optie mediacheck
toe aan de parameter lijst, en druk op Enter.
Nadat je de mediacheck
functie succesvol hebt afgerond, herstart je om het systeem terug te laten keren naar zijn normale status. Op veel systemen zorgt dit voor een sneller installatieproces vanaf schijf. Bij een herstart kan je deze mediacheck
functie dan overslaan.
BitTorrent verifiëert automatisch de bestandsintegriteit | |
---|---|
Als je BitTorrent gebruikt, is elk bestand dat je ophaalt automatisch goed gekeurd. Als je bestand compleet opgehaald is, hoef je het niet te testen. Zodra je echter een CD of DVD brandt moet je nog steeds |
Om een geheugen test uit te voeren voordat je Fedora installeert, druk je op een willekeurige toets om het opstart menu in te gaan en dan kies je Memtest86 geheugen test software in plaats van Anaconda. Memtest86 test het geheugen totdat je de Esc toets indrukt.
. Deze optie start deMemtest86 beschikbaarheid | |
---|---|
Je moet van installatie CD 1, de DVD of een rescue CD opstarten om gebruik te maken van deze mogelijkheid. |
Fedora 9 supports graphical FTP and HTTP installations. However, the
installer image must either fit in RAM or appear on local storage,
such as Installation Disc 1. Therefore, only systems with more than
192MiB of RAM, or which boot from Installation Disc 1, can use the
graphical installer. Systems with 192MiB RAM or less fall back to
using the text-based installer automatically. If you prefer to use
the text-based installer, type linux text
at the
boot:
prompt.
Ingebouwde mogelijkheden voor het veranderen van de grootte van ext2/3, vfat, en ntfs partities.
Versleutelde partitie ondersteuning.
Stabielere netwerk booting ISO image, vervangt de oude boot.iso
, diskboot.img
, en rescuecd.iso
.
De locatie van de tweede fase installer is nu onafhankelijk van de locatie van de software.
Experimentele ondersteuning voor het installeren op ext4
partities, met de iamanext4developer
boot optie.
Native installatie op x86_64
machines met gebruik van EFI en booten met grub
.
Hardware onderzoek en detectie is nu gebaseerd op HAL en udev
.
Ondersteuning voor blijvende data in Live images op USB flash media.
Het gebruik van /dev/hdX
op i386 en x86_64 voor IDE schijf stations is veranderd in /dev/sdX
. Zie de opmerkingen over het belang van het labellen van apparaten bij upgrades van vrijgaves ouder dan Fedora 7, en partitie beperkingen.
Niet alle IDE RAID controllers worden ondersteund. Als jouw RAID controller nog niet ondersteund wordt door dmraid, dan kun je schijven combineren in een RAID array door een Linux software RAID te configureren. Voor controllers die ondersteund worden, configureer je de RAID functies in de BIOS van de computer.
Sommige servers met meerdere netwerk interfaces kunnen eth0 niet toekennen aan de eerste netwerk interface op de zelfde wijze als de BIOS, dit kan veroorzaken dat de installer een andere netwerk interface probeert te gebruiken dan die werd gebruikt door PXE. Om dit aan te passen, gebruik je het volgende in de pxelinux.cfg/*
configuratie bestanden:
IPAPPEND 2 APPEND ksdevice=bootif
De bovenstaande configuratie opties veroorzaken dat de installer dezelfde netwerk interface gebruikt als de BIOS en PXE. Je kunt ook de volgende optie gebruiken:
ksdevice=link
Deze optie veroorzaakt dat de installer het eerste netwerk apparaat gebruikt dat gekoppeld is aan een netwerk schakelaar.
Als je problemen hebt met deze installatie om de Smart Array kaart te detecteren, probeer het dan met linux isa
in te vullen op de installer prompt. Nu kun je de kaart handmatig selekteren.
Op dit moment is Anaconda niet in staat om firmware vanuit de gebruikers omgeving te laden. Dit betekent dat alle apparaten met een driver die steunt op geladen firmware gedurende de installatie niet ondersteund wordt. Dit geldt ook voor alle QLogic geheugen controllers.
Refereer naar http://fedoraproject.org/wiki/DistributionUpgrades voor gedetaileerde aanbevolen procedures om Fedora te upgraden.
Terwijl oudere IDE drivers 63 partities per apparaat ondersteunden, waren SCSI apparaten beperkt tot 15 partities per apparaat. Anaconda gebruikt de nieuwe libata
driver op dezelfde manier als de rest van Fedora, dus het kan niet meer dan 15 partities op een IDE schijf detecteren tijdens het installatie of upgrade proces.
Als je een systeem gaat upgraden met meer dan 15 partities, kan het nodig zijn om de schijf te migreren naar Logical Volume Management (LVM). Deze beperking kan conflicten veroorzaken met andere geinstalleerde systemen als zij LVM niet ondersteunen. De meeste moderne Linux distributies ondersteunen LVM, en drivers zijn ook beschikbaar voor andere operating systemen.
Een verandering in de manier waarop de linux kernel geheugen apparaten behandelt betekent dat apparaat namen zoals /dev/hdX
of /dev/sdX
kunnen verschillen van hun waarde gebruikt in vorige vrijgaves. Anaconda lost dit probleem op door te vertrouwen op partitie labels. Als deze labels niet aanwezig zijn, dan geeft Anaconda een waarschuwing dat de partitie een label nodig heeft en dat de upgrade niet door kan gaan. Systemen die Logical Volume Management (LVM) en de device mapper gebruiken vereisen gewoonlijk geen relabeling.
Om de partitie labels te bekijken, start je de bestaande Fedora installatie op, en type het volgende in op de terminal prompt:
/sbin/blkid
Bevestig dat iedere volume regel in de lijst een LABEL=
waarde heeft, zoals hieronder getoond:
/dev/hdd1: LABEL="/boot" UUID="ec6a9d6c-6f05-487e-a8bd-a2594b854406" SEC_TYPE="ext2" TYPE="ext3"
Indien bestandsysteem labels zijn toegevoegd of veranderd, dan moet de apparaat lijst in /etc/fstab
aangepast worden om er mee overeen te komen:
su -c "cp /etc/fstab /etc/fstab.orig" su -c "gedit /etc/fstab"
Een voorbeeld van een koppeling met een label regel is:
LABEL=f7-slash / ext3 defaults 1 1
grub.conf
kernel root regelAls de label voor het /
(root) bestandsysteem was veranderd, dan moet de kernel opstart parameter in het grub configuratie bestand ook veranderd worden:
su -c "gedit /boot/grub/grub.conf"
Een passend voorbeeld voor een kernel grub regel is:
kernel /vmlinuz-2.6.20-1.2948.fc6 ro root=LABEL=f7-slash rhgb quiet
Als partitie labels werden veranderd, of het /etc/fstab
bestand veranderd, start dan de bestaande Fedora installatie op om te verzekeren dat alle partities nog steeds normaal aankoppellen en dat inloggen lukt. Als dit af is, dan start je opnieuw op met de installatie media om de installer te starten en te beginnen met de upgrade.
In het algemeen worden verse installaties aanbevolen boven upgrades, in het bijzonder voor systemen die software bevatten van repositories van derden. Pakketten van derden die achter blijven van een vorige installatie zullen mischien op een upgraded Fedora systeem niet werken zoals verwacht. Als je besluit om toch een upgrade uit te voeren, kan de volgende informatie van pas komen:
Voordat je een upgrade uitvoert, maak je een volledige backup van het systeem. In het bijzonder, bewaar /etc
, /home
, en mogelijk /opt
en /usr/local
als daar aangepaste pakketten geinstalleerd zijn. Je wilt mogelijk een multi-boot aanpak gebruiken met een "clone" van de oude installatie op alternatieve partitie(s) voor de zekerheid. In dat geval maak je een alternatieve opstart media, zoals een GRUB opstart floppy.
Systeem Configuraties Backup | |
---|---|
Backups van configuraties in |
Nadat je de upgrade afgemaakt hebt, voer je het volgende commando uit:
rpm -qa --last > RPMS_by_Install_Time.txt
Onderzoek het einde van de output lijst voor pakketten met een oudere datum dan de upgrade. Verwijder of upgrade die pakketten van repositories van derden, of behandel ze anders zoals nodig is. Sommige pakketten die vroeger geinstalleerd waren kunnen misschien niet langer beschikbaar zijn in een geconfigureerde repository. Om een lijst te maken van deze pakketten, gebruik je het volgende commando:
su -c "yum list extras"